Theo (70) en Pinar Coskun (55) verhuizen van een bovenwoning in de Rotterdamse Agniesebuurt naar een Panoramaloft in de Piekstraat.

‘Het industriële, ongepolijste sprak ons aan.’

Aan het water wonen. Het staat op het woonwensenlijstje van Pinar en Theo Coskun, helemaal bovenaan. Daar hebben ze allebei zo hun eigen redenen voor. Pinar: ‘Ik heb tot mijn eenentwintigste in Istanbul gewoond, aan de Bosporus. Hoe ouder je wordt, hoe weemoediger, dus ik verlang steeds meer terug naar dat water. Mijn moeder was maritiem scheikundige, mijn vader oceanograaf: misschien heeft het daar iets mee te maken.’ Ook Theo heeft altijd van het maritieme leven gehouden: ‘Ik mag graag naar bootjes kijken, heb zelfs een tijdje op een scheepswerf gewerkt. Op het water is altijd wat te zien, en gebeurt er continu wat.’

De zoektocht naar een nieuwe woning leidde de twee naar de oevers van de Maas. Van Zwijndrecht naar Maassluis en van het Noordereiland naar Vlaardingen en weer terug. Even leek de keuze op Maassluis te vallen, tot Pinar op een keer langs de Maaskade liep, over het water naar de bruggen en de spectaculair verlichte gebouwen keek, en dacht: wil ik dit wel opgeven? ‘Ik ben geboren in een metropool en heb altijd in kosmopolitische steden gewoond. Wat had ik eigenlijk te zoeken in zo’n dorp?’

Niet veel later kwam de Piekstraat op hun pad. Theo: ‘We zijn er eens gaan kijken. En toen we daar stonden, op die parkeerplaats naast Hunter Douglas, met dat water klotsend tegen de kade, dacht ik: verrek, dit is wel een heel mooie plek.’

Niet te gelikt

‘Het industriële, ongepolijste sprak ons aan,’ zegt Pinar. ‘We hebben ook op de Müllerpier gekeken en op de Kop van Zuid, maar die plekken zijn ons gewoon te gelikt.’ Theo: ‘De wijk waar we nu wonen, de Agniesebuurt in het Oude Noorden, is tegenwoordig wel heel hip, maar toen ik er veertig jaar geleden kwam wonen, was het een van de gevaarlijkste wijken van Rotterdam. Ik vind het wel leuk om ergens te wonen waar ik nog wat te dóen heb, waar ik wat kan bijdragen.’ Theo zit al jaren in de wijkraad, heeft zelfs een periode in de gemeenteraad gezeten en kent Rotterdam als zijn broekzak. ‘In de Agniesestraat hebben wij een buurttuin ontwikkeld. Het lijkt me heel leuk om op de Piekstraat, wat een minstens zo rauwe plek is, ook weer aan een community te bouwen. Hier ligt een uitdaging waar ik enthousiast van word.’

‘Ik vind het leuk om ergens te wonen waar ik wat kan betekenen.’

Contact met de straat

De reden te willen verhuizen, is dat de huidige woning van Theo en Pinar een bovenwoning zonder lift is. Theo: ‘Dat traplopen word je op een gegeven moment zat. Bovendien is ons huis honderd jaar oud. Als je klaar bent met het ene klusje, dient het volgende zich alweer aan. Op mijn leeftijd houdt dat een keer op.’ Nieuwbouw moest het worden. Aan het water. Gelijkvloers. En, als ze dan toch mochten dromen: ramen tot aan de grond, alstublieft. De Piekstraat vinkt elke wens op het wensenlijstje af.

Pinar: ‘Wonen in een woontoren leek ons wel wat, maar we wilden niet te hoog wonen. Geen Google Earth-ervaring.’

Theo: ‘Daarom hebben we voor een Panoramaloft gekozen op de achtste verdieping: daar heb je nog net dat contact met de straat, dat wij zo belangrijk vinden.’

Van de zonnige kant

Het appartement van Pinar en Theo bevindt zich op de oostelijke hoek van het gebouw. Vanuit hun inpandige loggia heeft het stel straks een weids uitzicht over de Maas en het groen van De Esch aan de overkant. ‘We hebben het appartement uitgezocht op de zonligging. Wij kunnen straks de dag beginnen met een kop koffie en de rest van de dag in het zonnetje zitten. Pas rond een uur of vier verdwijnt de zon achter het gebouw.’

De 95 vierkante meters die het appartement telt, willen Pinar en Theo zo goed mogelijk benutten. Door de werkkamer en de tweede wc te laten vervallen, en die ruimte bij de woonkamer te trekken, gaan ze voor het maximale loftgevoel. ‘Op die manier houden we een extra royale woonkamer over, die samen met het weidse uitzicht voor een heel ruimtelijk gevoel gaan zorgen.’

Net als vroeger

Omdat de Piekstraat gaat werken met een deelautosysteem, is het stel van plan de eigen auto de deur uit te doen. Die hebben ze namelijk helemaal niet meer nodig. Want waar Pinar het meest naar uitkijkt? ‘Met het fietspontje naar mijn werk op de Erasmus Universiteit gaan!’ Ook Theo verheugt zich op het vervoer over het water: ‘Dat je tegen je bezoek zegt: vanaf Leuvehaven neem je de watertaxi en dan ben je binnen een paar minuten bij ons.’

Nee, de stap naar Zuid voelt voor hen niet groot. Theo: ‘Mijn dochters zeggen: waarom ga je op Zuid wonen? Alsof het heel ver is. Maar echt, je zit zó in het centrum.’

Pinar: ‘De mentale afstand van Noord naar Zuid is voor veel mensen groter dan de fysieke. Zelf hebben wij daar geen last van: we doen onze boodschappen straks op de Laan op Zuid, of we blijven naar de Gimsel op de Mariniersweg gaan, wat vanaf de Piekstraat ongeveer even ver weg is als vanuit de Agniesebuurt. We gaan straks nog steeds naar de film in Lantaren/Venster en zullen nog wat vaker bij Helai gaan eten, wat al jaren onze favoriete Afghaan is.’

Theo: ‘En als we behoefte hebben aan groen, wandelen we naar Eiland van Brienenoord, waar een fantastische Buitenplaats is. En moeten we toch in het centrum? Dan pakken we de boot.’

Pinar, tevreden: ‘Precies zoals ik het vroeger in Istanbul deed.’